Verwijzers
De ervaringen die kinderen opdoen zijn uitdagingen voor hun en vinden veelal buiten de thuissituatie plaats. Dit kan bijvoorbeeld op een sportclub, school of in een supermarkt zijn. Kinderen zijn vaak de meeste uren van de dag buiten de thuissituatie en doen daar hun ervaringen op. Het is dan ook niet te vermijden dat kinderen in deze leefgebieden vaak vastlopen.
Het ervarend leren is een cyclisch proces. De activiteiten die worden uitgevoerd door de kinderen moeten leiden tot concrete hier en nu ervaringen. Deze leiden naar reflecties, waarnemingen en tot meer abstracte begrippen en generalisaties. Een positief verlopen sollicitatiegesprek kan bijvoorbeeld leiden tot een positieve zelfreflectie en geeft vertrouwen in andere situaties waarbij verbale interacties plaats vinden. De conclusie en veronderstellingen die er worden gevormd leiden tot aangepast handelen. Dit levert voor het kind weer nieuwe concrete ervaringen op, wat de cirkel weer rond maakt.
Ervaringsleren sluit goed aan bij het competentiemodel. De door het kind verworven competenties worden door het ervaringsleren nog verder uitgebreid. Door de combinatie van beide methodes in de begeleiding van de kinderen te integreren wordt het gevoel van eigenwaarde vergroot, gestimuleerd en ontstaat er een positiever zelfbeeld.
Wij hebben ervoor gekozen om het competentie model te combineren met ervaringsleren. Het competentiemodel is een methode waarmee kinderen vaardigheden aanleren. In het competentiemodel is leren het belangrijkste, waarbij het gericht is op het vergroten van de sociale competenties van de kinderen. Het adequate gedrag, wat al te zien is, proberen we te stimuleren. Bij het aanleren van nieuw gedrag, wordt zo dicht mogelijk aangesloten bij het gedrag wat de kinderen al kunnen, en waarmee ze succes hebben gehad in het dagelijks leven. Ze leren door succeservaringen en het opdoen van nieuwe competenties.
Met behulp van het sociaal competentiemodel, is het mogelijk om vast te stellen welke vaardigheden het kind al beheerst, en welke hij of zij nog moet leren. Dit zijn vaardigheden als: omgaan met leeftijdsgenoten, omgaan met autoriteiten, verantwoordelijkheid nemen, afspraken nakomen en adequaat uiten van emoties. Maar het gaat ook om leren omgaan met school, werk, vrienden en met de eigen reacties en het eigen gedrag. Het sociale competentiemodel houdt hierbij rekening met de persoonlijkheid, leefsituatie, individuele mogelijkheden en gedrag.